Kabinet zet in op modernisering arbitrage

Het kabinet wil dat partijen die kiezen voor arbitrage om hun geschil op te lossen in de toekomst verzekerd zijn van voldoende waarborgen door de flexibilisering. Er moeten ook dan voldoende waarborgen zijn voor een volwaardige rechtsgang.

In Nederland wordt er in verschillende sectoren van oudsher gebruik gemaakt van arbitragecommissies. Dit komt bijvoorbeeld voor in de bouw en in de autohandel.
Ook De Incassokamer treedt voor haar cliënten als (incasso)gemachtigde bij arbitragecommissies op. De ervaring heeft geleerd, dat in sommige sectoren de proceskosten die door de commissies in rekening gebracht worden aan de hoge kant zijn. Dit ondanks het feit, dat de griffierechten de laatste jaren exorbitant gestegen zijn.

NB: Een arbitragecommissie komt o.a. bij gerechtelijke incassoprocedures in beeld wanneer er sprake is van een geschil tussen partijen ten aanzien van de ter incasso aangeboden vordering en deze op minnelijke wijze niet opgelost kan worden. Voorwaarde is wel, dat partijen de beslechting van hun geschil door een arbitragecommissie overeengekomen moeten zijn. Dit wordt alsdan veelal bepaald in de Algemene Voorwaarden.

Op het moment dat een arbitrage-uitspraak door een der partijen in twijfel getrokken wordt is er dan nog in één gerechtelijke instantie (het gerechtshof) de mogelijkheid om een procedure tot vernietiging van de uitspraak te voeren. Verder komt er de optie, dat partijen afspraken kunnen maken over hun arbitrageprocedure. Bijvoorbeeld ten aanzien van de bewijsvoering en het hoger beroep. De rol van de gewone rechter wordt daarmee tot de uitzondering teruggedrongen.

In hetzelfde wetsvoorstel is vastgelegd, dat er gebruik gemaakt mag worden van elektronische middelen voor het versturen van processtukken. Ook wordt in het wetsvoorstel de mogelijkheid geboden voor een onafhankelijke derde, bijvoorbeeld een arbitrage-instituut, om een wrakingsverzoek te behandelen. Tot nu toe moest een uitspraak van een arbitragecommissie (instituut) bij de rechtbank gedeponeerd worden. In het voorstel gebeurt dit straks alleen nog als partijen daar zelf voor kiezen.

Consumenten krijgen van het kabinet dan nog de mogelijkheid om binnen een maand te beslissen of men naar de gewone rechter wil stappen of niet.

Het wetsvoorstel is naar de Raad van State voor advies. Daarna zal de tekst en het advies van de Raad van State aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.